15
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
De camera testen
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of lmopnamen te
maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specieke composities.
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel de modusschakelaar in op [4].
Druk op de knop <m>, druk op de knoppen
<o><p> om [
] te selecteren en druk
nogmaals op de knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden
rechtsboven in het scherm weergegeven.
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Als [Flitser Opklappen] op het scherm
verschijnt, verschuift u de schakelaar
<h> om de itser uit te klappen.
De itser itst wanneer u een opname
maakt. Als u liever geen itser gebruikt,
drukt u de itser met uw vinger omlaag.
Kommentare zu diesen Handbüchern