111
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Wi-Fi-functies
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4
Maak de opname.
● Gebruik de smartphone om een opname
te maken.
● De camera werkt in stand [ ] wanneer er opnamen gemaakt
worden op afstand. Sommige FUNC.- en MENU-instellingen die
uvoorafhebtgecongureerd,kunnenechterautomatischworden
aangepast.
● Filmopnamen maken is niet beschikbaar.
● Eventuele schokkerige bewegingen die op de smartphone worden
getoond en die het gevolg zijn van de verbindingskwaliteit, hebben
geen invloed op vastgelegde beelden.
● Er worden geen AF-kaders weergegeven. Maak een testfoto om
de scherpstelling te controleren.
● Vastgelegde beelden worden niet overgedragen naar de
smartphone. Gebruik de smartphone om door beelden te bladeren
en vanaf de camera te importeren.
Opnamen maken op afstand
Terwijl u een opnamescherm bekijkt op uw smartphone, kunt u de
smartphone gebruiken om op afstand een opname te maken.
1
Zet de camera vast.
● Zodra er begonnen wordt met opnamen
maken op afstand, wordt de lens van
de camera uitgeschoven. De camera
kan ook worden verplaatst door
lensbewegingen als gevolg van zoomen.
Om de camera stil te houden, plaatst
u deze op een statief of neemt u andere
maatregelen.
2
Sluit de camera en de smartphone
aan (=
91).
● Kies [Ja] voor de privacy-instellingen.
3
Selecteer opnamen maken
op afstand.
● Selecteer opnamen maken op afstand
in Camera Connect op de smartphone.
● De lens van de camera wordt
uitgeschoven. Houd uw vingers uit de
buurt van de lens en zorg ervoor dat
er geen voorwerpen in de weg van de
lens zitten.
● Zodra de camera klaar is voor opnamen
maken op afstand, wordt een livebeeld
van de camera weergegeven op de
smartphone.
● Er wordt dan een bericht weergegeven
op de camera en alle bedieningsfuncties
worden uitgeschakeld. De ON/OFF-knop
kan wel worden ingedrukt.
Kommentare zu diesen Handbüchern