
59
3 Een bewerkingsparameter instellenN
Als u opnamen maakt met de bewerkingsparameter ingesteld op zwart-
wit, worden de opnamen op de CF-kaart verwerkt en vastgelegd als
zwart-wit opnamen.
1
Selecteer [B/W].
¡ Selecteer in stap 3 op pagina 58
[B/W] en druk vervolgens op <0>.
2
Selecteer het in te stellen item.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> om het menu-
item te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
¡ Het [Contrast] en de [Scherpte] zijn
hetzelfde als in de tabel in stap 4 op
pagina 58.
¡
Zie pagina 60 voor meer informatie
over [
Filter effect
] en [
Toning Effect
].
3
Selecteer de gewenste instelling.
¡ Draai het instelwiel <5> om het
gewenste effect te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
¡ Druk op de knop <M> om terug
te keren naar het menu.
¡
Als de camera weer klaar is voor het maken
van opnamen, wordt het symbool <
0
>
bovenaan in het LCD-paneel weergegeven.
Zwart-wit opnamen
¡ Voor natuurlijk uitziende zwart-wit opnamen selecteert u een geschikte
witbalans.
¡ JPEG-afbeeldingen die zijn opgenomen met de parameter ingesteld op
[B/W], kunnen niet worden omgezet naar kleur met pc-software.
H41.book Page 59 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Kommentare zu diesen Handbüchern